De Noordentrée
De Noordentrée is mijn eerste, grote werk in de publieke ruimte en is deels ontworpen als kunstwerk, deels als functionele deur voor de noordelijke entrée van de LocHal in Tilburg.
Het werk refereert aan de transities die de LocHal heeft doorgemaakt. Eerst als locomotiefhal, onderdeel van de fysieke barrière door de stad die de spoorzone ooit vormde. Nu heeft het een meer culturele invulling en is het juist een plek van verbinding en ontmoeting.
De eerste keer dat ik de entrée zag, zag ik het direct als de ruimte tussen de LocHal en de buitenwereld in. Het is als het ware de verbinding, en daarmee bijna geen opzichzelfstaande ruimte: het is de tussenruimte. Je gaat er niet naartoe, maar moet erdoorheen om te komen waar je wilt zijn.
‘De Noordentrée’ is ontworpen als ruimte waarin frequentie van bezoek ook een rol speelt, aangezien je dan pas doorkrijgt dat de ruimte steeds verandert. Het feit dat de ruimte geen duidelijke functie heeft en altijd in beweging is doet je afvragen wat het voor een soort ruimte is.
Om het wat breder te trekken: zolang ‘iets’ geen duidelijke functie heeft, biedt het ruimte om erover na te denken, ernaar te zoeken, erover te speculeren.
Aanleiding
Aanleiding voor het kunstproject noordentree LocHal is de sinds 2011 grootschalig stedenbouwkundige herontwikkeling van de Spoorzone. In 2019 hebben Bibliotheek Midden-Brabant, Kunstloc Brabant en Seats2Meet zich in de LocHal gevestigd en dat vroeg om een kunstzinnige ‘smoel’ om de culturele identiteit uit te stralen.
Er werd gevraagd om een voorstel voor een kunstzinnige smoel die binnen met buiten verbindt. Maar daar moest óók een afsluitend element in komen. Een deur of hek dat de noordentree zou afsluiten in de nacht. Het leek me interessant een ontwerp te maken dat een antwoord gaf op deze tweeledige vraag.
Tussenruimte
De eerste keer dat ik de noordentree zag, was het nog een gapend gat in de gevel van de LocHal. Ik vond het een fascinerende ruimte. Het was niet binnen, maar ook niet buiten. Het hoorde nergens bij.
Dit soort ondefinieerbare ruimtes noem ik tussenruimtes. Ze bestaan in de fysieke wereld tussen plekken die we kunnen definiëren en in de mentale wereld tussen momenten of staten. Over het algemeen zijn dit ruimtes die we liever overslaan. Het is bijna nooit een eindbestemming en daarmee ook geen keuze, maar je moet erdoorheen.
Het leek me mooi om de noordentree als tussenruimte te behouden. De vraag om een afsluitend element was daarmee wel een probleem. Het voelde alsof er een harde lijn getrokken zou worden, waardoor de noordentree gekaderd werd en hierdoor alleen nog maar bij de LocHal zou gaan horen. Hiermee ontstond het criterium om een ontwerp te maken dat ’s nachts afsloot, en overdag de tussenruimte zou vormen en in beweging zou zijn.
Ontwerp
De vorm die ik hier vervolgens voor gekozen heb, is gebaseerd op het beeld van de stalen locomotieven die jarenlang gerestaureerd werden in de LocHal. Ik vond het een ontzettend indrukwekkend beeld om dat gewicht te zien zweven. Het afsluitende element moest dus van staal worden en een kraan zou dat gewicht moeten dragen en draaien door de ruimte.
De stalen deur sluit ‘s nachts de LocHal af. Gedurende de dag beweegt hij bijna 7 meter de ruimte in en draait tegelijkertijd 180˚, waardoor de Noordentrée steeds vervormt en de deur zijn functie verliest. De beweging is zo traag dat ze nauwelijks zichtbaar is. Het materiaal verwijst naar de zware stalen locomotieven die hier jaren lang werden hersteld in D’n Atelier, de oude werkplaats van de NS en werkplek van vele generaties Tilburgers.
Technisch ontwerp
Met dit idee ben ik bij Kieu engineering terecht gekomen. Zij hebben mijn ontwerp vertaald naar een machine. Het lijkt eenvoudig, maar de vloer loopt 30 cm op over een lengte van 10 meter. Dat betekent dus dat het staal, terwijl het draait en naar achteren beweegt, ook 30 cm omhoog getild moet worden. Hiervoor heeft Kieu de curveschijf ontworpen. Dat is de schijf waaraan het staal hangt.
Mogelijk gemaakt door:
& Kone Cranes, VSB Fonds en de Nederlandse Spoorwegen